Rouwen om een wereldbeeld
Sinds dat vonkje begin 2020 heb ik geen uren, geen dagen maar alles samengeteld misschien wel weken of maanden besteed aan in vraag stellen van wat ons door de goegemeente voorgeschoteld wordt in hapklare snacks. Ik heb momenten van pure gruwel gehad als ik zo’n hapklare snack ging ontleden en ik de consistentie van een rauwe, beknabbelde mossel zag. De grond is onder mijn voeten weggezakt, alle pilaren die het maatschappelijk gebouw boven mij recht hielden brokkelden in exponentiële snelheid af, alsof je naar een film kijkt waarin die prachtige Romeinse gebouwen door een aardbeving in mekaar zakken, eerst een paar steentjes, dan tegen iets hogere snelheid wat grotere stenen en dan nog sneller hele stukken gebouw.
Ergens eind 2021 ben ik heel verdrietig geworden. Naast de paniek ervaarde ik regelmatig intense huilbuien en ik besefte na een tijdje dat ik aan het rouwen was. Ach jee wat heb ik gerouwd….

- Om vrienden die ik verloor omdat ik in vraag stelde wat zij als heilige waarheid beschouwden;
- Om familieleden die ik het gevaar in zag duiken wanneer ze hun steentje bijdroegen en deden wat ze vonden dat ze moesten doen voor de ander;
- Om het loslaten van een wereldbeeld dat, toegegeven, niet het mooiste was, maar wel verkocht werd als zijnde gestuurd door goede intenties. Maar wat hebben die intenties uiteindelijk een grimmige achtergrond;
Het meest nog heb ik denk ik wel gerouwd om mijn baan. Ja echt, ik hield van mijn baan. Ik was er dankbaar voor, wist dat het er één uit de duizend was en ik deed ze ook nog heel erg graag! Maar het opgekomen besef dat ik deel uitmaakte van de sturing met die grimmige achtergrond verhinderde dat ik nog verder kon gaan alsof er niets aan de hand was. En ik voelde dat ik ze los moest laten, achter mij moest laten als een mooie herinnering uit een tijd die vervlogen is.
Gelukkig kan ik zeggen dat die intens verdrietige periode voorbij is. Ik ben klaar met rouwen. Vaak praat ik met mensen die zelf op dit moment in een rouwfase zitten. Iedereen heeft z’n eigen tempo, z’n eigen tijdlijn. Ik snap dan hun verdriet en het verzet tegen het loslaten van wat eigenlijk niet bestaan heeft. En dat begrip is voor heel veel mensen heel veel waard.
Er zijn wel degelijk dingen die we “voor de ander” kunnen doen.